Our 2009 trip to Norway

Zondag 26 juli 2009 Enkhuizen: boot schoonmaken en met de trein naar huis
De hele dag zijn we druk met het schoonmaken van de boot, het afspoelen van de pakken en het ontzouten van het intrieur. Het is gelukkig zonnig weer zodat alles goed droogt. 's Middags duiken we nog even het IJsselmeer in. Dennis doet dat letterlijk. Hij had onderweg de schroef anders horen draaien en er zit inderdaad een visdraad om de schroefas. Als tarzan met een mes om z'n been en een duikflesje op z'n rug gaat hij nogmaals naar beneden en snijd het draadje weg.
Ik maak onze Engelse buren blij met de inhoud van onze koelkast. We lopen naar het station, snacken een frietje en stappen op de trein naar huis. Ad en Matty brengen ons vanaf het station naar huis. Wat gaat dat ongelooflijk snel met de trein.
Voor mijn gevoel is de vakantie nog niet klaar. We gaan allebei een weekje werken en dan halen we in een lang weekend de boot op. Maar het is natuurlijk wel over. Het was een fantastische reis met enorm veel indrukken. Het zit er op. Morgen gaat de wekker pas om 6:30 in plaats van 4:00 uur. En dan ga ik weer achter een stilstaand bureau zitten. In de fjorden heb ik nauwelijks aan mijn werk gedacht, maar op de terugweg waren er wel momenten waarop ik het varen direct had ingeruild voor het werk. Gelukkig vergeet je dat altijd weer als je in de haven ligt en denk je terug aan de mooie momenten anders zou je nooit meer vertrekken.
Even voor de statistiek: We hebben in vier weken tijd 1340 mijl gevaren, waarvan 137 motoruren.

Zaterdag 25 juli 2009 Van Vlieland naar Enkhuizen
Dankzij onze vroege buurman, zijn wij om negen uur al klaar met schoonschip maken en kunnen we nog een uurtje over het strand lopen. Heerlijk zo met je blote voetjes langs de vloedlijn. Om tien uur verlaten we de haven. Met twee riffen en een niet geheel uitgerolde fok denderen we over de gronden van Stortemelk. Ik moet wennen aan maar vier meter diepgang. Daarna stomen we met ruim negen knopen langs Richel. Dit gaat erg rapido. Het waait NW zes. Er zullen een hoop boten vanwege de harde wind niet uitvaren. Wij vinden het zo al heel erg druk. Om 13:15 uur zijn we bij de sluis van Kornwerder zand. Om 15:00 uur zijn we geschut en met nog steeds NW zes bruisen we met zeven knopen het IJsselmeer over. Hoewel het behoorlijk waait, staan er nauwelijks golven op het IJsselmeer. Ik laat Dennis zien dat ik nu zonder me vast te houden, mijn zeilbroek aan kan trekken. Drie uur later zijn we in Enkhuizen en sluiten we de vakantie af met een heerlijk etentje in een goed restaurant.

Vrijdag 24 juli 2009 Van Hvide Sande naar ? dag_3
Dennis roept mij pas om kwart over vijf. Nog steeds moe maar blij met een uurtje extra slaap kom ik mijn bed uit. Buiten klaart mijn humeur enorm op. Schiermonnikoog ligt te glinsteren in de zon. Vlieland is bezeild en met een rif ga ik met stroom mee met ruim zeven knopen westwaards. Dit is zeilen met hoofdletters. Helaas duurt dit sprookje maar even. De wind draait en wordt pal tegen. De stroom draait ook. Dit is weer zeilen met een handrem. De golven zijn af en toe zo hoog dat ze de boot compleet stilleggen. Het is even op snelheid komen en dan komt er weer zo´n enorm golf dat het lijkt alsof iemand de handrem aantrekt. Het water komt af en toe met bakken over de boot heen. Sommige golven komen tot achter bij het luik en dan loopt het water ook naar binnen. Ik ben helemaal om wat betreft de buiskap. Die moet er nu echt op. Ik moet plassen en wil wat eten. Ik laat de boot wat hoger aan de wind varen zodat de snelheid wat afneemt en er geen water overkomt, zodat ik even het schuifluik open kan doen zonder dat alles nat wordt.
Als ik binnen ben, gaat de boot overstag. Dennis komt verschrikt zijn bed uit en vraagt wat er gebeurt. Ik ben zo moe dat ik meteen in tranen uitbarst en zeg dat ik het helemaal zat ben. Ik overweeg serieus om een moutainbike en een tent te kopen. Dennis neemt het roer van me over en gaat kruisen. Het is ook weer zijn beurt maatr ik had hem graag ook een uurtje extra slaap gegund. Ik ga maar weer liggen. Ik slaap goed en kom in een veel betere stemming mijn bed weer uit. Ik neem het roer weer over en ga zachtjes op de motor verder en laat Dennis slapen. Rond twee uur moeten we stroom mee krijgen, maar omdat ik zo langzaam vaar, krijg ik de indruk dat ze vergeten zijn de stroom te draaien.
Dennis komt weer naar buiten en lost mij af. Hij ziet de wind en gaat weer zeilen. Er staat inmiddels windkracht 6 tot 7. We zeilen met twee riffen en de fok een beetje opgerold. Binnen is het weer als op de kermis. Hoe ver is Vlieland nog? "Nog een klein slagje naar buiten en Vlieland is bezeild", coach ik Dennis van achter de elektronische kaart. Wat een enorme oenen zijn wij. We zijn zo gefocust geweest op het moment waarop we stroom mee kregen, dat we helemaal niet in de gaten hebben, dat deze zes uur later weer tegen draait. Ik heb als een slak zitten motoren, bang dat we te veel water over zouden krijgen en Dennis heeft enthousiast zitten kruisen. Beginnersfout nummer één voor het varen op stroom: Houd je voortgang in de gaten. Nu moeten we nog vier mijl naar de aanloopgeul van Vlieland, het bekende en berucht Stortemelk, tegen de volle stroom en wind in. We halen er één rif uit, zetten de motor op meer dan driekwart gas en stampen tegen de golven in. Ditmaal doen we de kajuitschotjes er in om al te veel water binnen te voorkomen. De golven lopen met bakken over het dek. De boot helt af en toe flink over van de stevige wind, de motor loeit en onze snelheid..... twee tot drie knopen. Wat een drama. Na een uur hebben we ons waypoint bereikt. Met de stroom en de wind mee vliegen we werkelijk naar Vlieland. Op de marifoon horen we tijdens het scheepvaartbericht van de Brandaris dat de haven van Vlieland vol is. VOL? We hijsen ons Deense gastenvlaggetje weer en zijn niet van plan ons te laten wegjagen.
Ik maak snel in mijn superpannetje een pastaprutje. Ik kan me nu al helemaal niet meer voorstellen hoe ik vroeger kookte zonder mijn hapjespan. Sinds ik hem gekocht heb, gebruiken we hem minstens tweemaal per dag. In onze dunwandige campingpannetjes brandde alles aan als je niet elke tien seconden roerde. Nu gaat opwarmen en koken perfect.
Om 21:30 meren we flink moe af naast een Dufour. De Dufour zegt dat hij morgen heel vroeg weggaat. "Hoe vroeg is vroeg", vragen wij. "O dat is uitslapen", antwoorden wij als hij" zeven uur" zegt. Het valt ons enorm op dat er erg veel grote zeilboten in Vlieland liggen. Zoveel boten bij elkaar hebben we in Noorwegen nog nooit gezien.
Ik bel mijn ouders om te zeggen dat we in Vlieland zijn. Mijn vader vraagt waarom ik geen verhalen meer op internet schrijf. Ik vraag of hij wel eens heeft geprobeerd achter een PC te zitten op een hobbelpaard. Ik heb de afgelopen dagen alle energie nodig gehad voor zeilen, slapen en eten en dan kwam ik eigenlijk nog een beetje te kort. Maar de verhalen komen wel. Ze staan in steekwoorden in het logboek.

Donderdag 23 juli 2009 Van Hvide Sande naar ? dag_2
We motorzeilen nog steeds naar het westen met een zwakke zuidwestenwind. Op Ugrib zie ik de windpijltjes verder naar het zuiden steeds westelijker worden. Ik ga overstag. Helgoland is nu bijna bezeild en inderdaad hoe zuidelijker ik kom, hoe meer ik kan oploeven. Helgoland wordt bezeild en op een gegeven moment is zelfs Vlieland bezeild. Dennis ruimt 's middags opnieuw de bakskist uit: vouwfietsen, reddingsvlot, lege tanks, het komt allemaal in de kuip te staan. Het printje van de stuurautomaat wordt er weer uitgehaald. Dennis gaat naar binnen en roept op een gegeven moment of ik even zo rustig mogelijk wil varen. Ik ga zo hoog mogelijk aan de wind varen en lig bijna stil alleen de golven kan ik niet uitzetten, maar ze werken nu een stuk minder als handrem. Het lukt Dennis zowaar de stuurautomaat te repareren. Hoe hij het voor elkaar krijgt is mij echt een raadsel. Het onderdeeltje dat hij er in heeft gesoldeerd kun je alleen met een loep zien. En probeer dat er maar eens op een hobbelpaard in te solderen. We zijn met nog een nacht en twee verkeersscheidingsstelstel voor de boeg erg blij dat de stuurautomaat het weer doet.
De zon gaat prachtig onder. In de avond bereik ik het eerste verkeersscheidingsstelsel: een snelweg voor zeeschepen. De autoriteiten eisen dat je deze 'snelwegen' zo snel mogelijk, dus haaks, oversteekt. Het is echter erg rustig op deze secundaire weg. Er rijdt nog geen tractor op en ik vind het zonde om mijn hoogte op te geven en vaar een beetje schuin (ik smokkel 20 graden), richting Vlieland, over het scheidingsstelsel. Aan het eind van mijn wacht zie ik dat we over een uur bij het hoofd verkeerstscheidingsstelsel zijn, de echte snelweg zeg maar. Op AIS zie ik dat het hier heel druk is. Gelukkig valt dit in Dennis z´n wacht en alsof ik niet meer besta, duik ik mijn bed in. Wat Dennis allemaal doet geen idee, maar het gaat zo enorm te keer dat ik lig te stuiteren in mijn bed. Als een klein meisje kom ik er weer uit en klaag tegen Dennis dat ik zo niet kan slapen. Dennis zegt dat hij zich dat kan voorstellen en belooft dat het straks weer beter wordt.
Achteraf hoor ik dat hij op de vlucht was voor een paar grote jongens en werkelijk een gaatje moest zoeken om er te kunnen oversteken. Het zal je toch gebeuren dat je omringt bent door zeeschepen die 12 tot wel 25 knopen varen en ruim 100 tot 250 meter lang zijn, en dan komt je vriendin zeuren dat ze niet kan slapen. Ik schaam me diep ....

Woensdag 22 juli 2009 Van Hvide Sande naar ? dag_1
Terwijl Dennis nog slaapt, doe ik een rondje Hvide Sande. Het is een toeristisch plaatsje. Er is net een vissersbootje binnengekomen en veel toeristen staan te kijken. Ik zie een visser krabben uit zijn net halen. Hij breekt de scharen gewoon van de krab af. Ik moet me inhouden om er niets van te zeggen. Ik loop boos verder en koop zeker niets bij hem. Tegen lunchtijd verlaten we deze haven weer. Nederland is nog steeds niet bezeild. We discussieren over wat te doen. Ik stel Esbjerg voor en eventueel vanaf daar met de trein naar huis. Dennis voelt meer voor we zien wel hoe ver we komen en zet Helgoland in de GPS.
We maken een flinke slag westwaards. Over stuurboord is geen handige koers om te koken. We gaan overstag. Tijdens het overstag gaan, valt Dennis tegen het stuurwiel aan en grijpt het vast. Meteen begint de stuurautomaat te piepen. De interface van Dennis heeft het opnieuw begeven. We kunnen de stuurautomaat nog wel voor kleine stukjes gebruiken. Toch maar naar Esbjerg? Tijdens het eten, ik eerst dan Dennis, trimt Dennis de boot met een paar touwtjes. Zo aan de wind vaart onze vinkieler prima zelf 40 graden aan de wind. Helgoland behoort nog tot de mogelijkheden en we gaan motorzeilen. Met de motor bij kunnen we 20 graden hoger zeilen en gaan we zes knopen in plaats van 4,5.
Tijdens het overdragen van mijn wacht, wijs ik Dennis op een zeeschip waar wij 0,5 mijl voor langs gaan. Ik roep de Frikt Jord op en meld dat wij very close voor hem langs gaan. Ik krijg in een zwaar Oost Europees accent antwoord. Het lijkt er op dat hij het begrepen heeft. Ik houd hem nog even in de gaten met AIS, terwijl ik mijn tanden poets. Plotseling hebben we nog maar 0,07 mijl als CPA (closest point of approach). Dennis rolt als een idioot de fok in (moet vanwege de extra binnenvoorstag) en gaat overstag. De Frikt Jord heeft inmiddels zijn koers ook gewijzigd. Ik vind het er binnen een stuk minder eng uitzien dan buiten: die twee grote witte lichten in de donkere nacht. Hij had het dus niet begrepen en had zijn snelheid vermeerderd. Moraal van dit verhaal: roep geen schepen op met vage namen, maar wijk zelf op tijd uit.

Dinsdag 21 juli 2009 Van Thyboron naar Hvide Sande
De voorspelling is dat de wind in de middag afneemt. We slapen uit en gaan boodschappen doen. Welkom in Denemarken. Het assortiment groenten is hier wel heel mager. Zwaar gekoeld ligt hier vijf preien die je dus tegelijk moet kopen. Hetzelfde geldt voor vier paprika's en een bosje wortelen. We beperken ons tot brood en vlees. In een winkel met van alles en nog wat, een soort Blokker, ga ik op zoek naar een tefalpan met hoge randen om eten op te warmen. Ik wijs de vrouw een koekenpan met anti-aanbaklaag aan en een steelpan en zeg dat ik graag een combinatie van die twee wil. Die heeft ze niet, maar ze komt met iets veel beters terug: een hapjespan. Hoge randen, flink dikke anti-aanbaklaag. Ik ben er helemaal blij mee.
Aan boord ga ik vooruit koken. Ik maak een flinke pan nassi voor onderweg, we eten er meteen tussen-de-middag van, en braad het vlees alvast. Om 16:00 uur verlaten we de haven. We doen een slag naar buiten en dan is Hvide Sande bezeild. We zeilen langs de prachtige hoge kust die nu helemaal schitterend is met de laagstaande avondzon. In 2006 zag ik deze kust vanaf de andere kant toen ik hier met mijn vriendin Hélène langsfietste tijdens een fietsvakantie langs de Deense kust. Dennis doet aan het begin van de avond een tukje. Ik mag om 23:00 uur gaan slapen.
Om 3:30 uur hoor ik de motor vol in zijn achteruit gaan. In mijn droom zie ik de rotsen heel dichtbij. Ik zie er zelfs visjes zwemmen. Ik schiet mijn bed uit. Voor mijn gevoel duurt het een eeuwigheid voor ik mijn bril te pakken heb en door het raampje naar buiten kan kijken. 'Relax', zeg ik tegen mezelf. We zijn in de haven en Dennis is aan het aanleggen. Ik trek mijn zeilpak over mijn pyama aan en ga helpen. Dennis is een beetje verontwaardigd dat ik uit mijn bed ben gekomen en vraagt wat ik kom doen. "Als je de motor volle kracht achteruit zet, dan kom ik er wel uit", zeg ik. Dennis antwoordt dat het nog geen eens halve kracht achteruit was, maar dat hij een te krappe steiger had uitgekozen.

Maandag 20 juli 2009 Van Sanden naar ? dag_2 (Thyboron)
Rond 14:00 uur komen we met 20 knopen wind in Thyboron aan. Als we het zeil naar beneden doen, trekt de wind aan naar 35 knopen. We zijn mooi op tijd. Thyboron is een leuke ronde vissershaven. Je ligt achter aan twee palen en voor met twee lijnen op de kant. Achter de drie meter hoge zeewering is het strand. We bezwijken voor een frietje en gaan wat slaap inhalen. 's Avonds strekken we de benen, maar het plaatsje stelt helemaal niets voor. We lopen over het strand terug. Het waait flink. Op de pier wordt je gesprayd met zout water. Dit doen we dus maar heel even. Terug bij de boot zien we 40 knopen op de windmeter. Heel blij dat we in de haven liggen. We waren hier de enige Nederlandse boot. Gedurende de avond en nacht komen er 23 boten van Ocean People binnen. Overal op de kade horen we Nederlands spreken. Zijn we helemaal niet meer gewend.

Zondag 19 juli 2009 Van Sanden naar ? dag_1
Aan de kade waar wij prinsheerlijk langs liggen, staat een gebouwtje waar vissers hun spullen laden en lossen. Wij liggen volgens mij enorm in de weg, want zij zitten nu net voor onze boot te tobben om alles aan boord te krijgen. De Noren zijn ontzettend vriendelijk. Ik zeg tegen iedereen 'goedemorgen'. Werkelijk niemand vraagt wanneer we nou weer eens vertrekken. Ze zwaaien gewoon allemaal vriendelijk terug.
Om 10:15 uur verlaten we het piepkleine haventje, uitgezwaaid door de Noorse vissers. Bestemming? We gaan zuidwaarts. Misschien naar Nederland, misschien slechts naar Egersund of alles daartussenin. We'll see. We hakken tegen de wind in. Vlieland is nog 320 mijl weg en ligt precies naar het zuiden. Met de huidige zuidwestenwind, kunnen we 160 graden varen. Tegen de avond ruimt de wind iets en haal ik net de 180 graden. Nederland here we come!
Ik warm voor mezelf het portie macaroni van gisteren op. Smaakt prima. Dennis eet een in Noorwegen gekocht een blik spaghetti en warmt dat op. Op het plaatje ziet het er erg lekker uit maar in de praktijk kan het natuurlijk niet tippen aan de mijne. Om de stemming van Dennis nog verder omlaag te brengen, lees ik het laatste navtex bericht voor. 'Near gale warning' voor Skagerak. Met de wind van eergisterennacht nog vers in ons lijf, weten we meteen dat we niet doorzetten naar Nederland. Maar wat dan wel? Thyboron in Denemarken is nog 100 mijl varen, zijn we dan op tijd voor de harde wind? Dichtsbijzijnde land is terug naar Noorwegen: 50 mijl. We keren om. We varen een rotkoers, ruime wind en liggen te rollen op de golven. Bovendien vinden we het allebei zonde van de afstand die we vandaag gevaren hebben. Na een tijdje dubben, verleggen we de koers naar Thyboron. Dit voelt letterlijk en figuurlijk beter.
In de avond ben ik echt aan het racen. We varen halve wind en de snelheid van Bodyguard ligt tussen de 7,5 en de 8 knopen. Dit is heerlijk zeilen! Helaas voor Dennis doen we er voor de nacht een rif in, gezien de voorspelde windtoename, en gaat hij verder met 6,5 knoop.

Zaterdag 18 juli 2009 Van Haugesund naar Nederland dag_2 (dachten we) naar Sanden (15 mijl noord van Egersund)
Om 3:00 uur lig ik te stuiteren in mijn bed. Om 3:30 uur vraag ik Dennis hoe hard het waait. "Wisselend", krijg ik als antwoord, "er komen wat buien over, maar de boot zeilt erg lekker. En er zit al een rif in." Oeps er zit al een rif in. Dat wilde ik juist voorstellen: om er een rif in te doen. Maar als er al een rif in zit en ik lig alsnog te stuiteren dan is het flink gaan waaien. Toen ik mijn wacht overdroeg, voeren we op de motor bij gebrek aan wind.
Ik ga mijn bed uit. Ik kleed me met moeite aan en ga naar buiten. Mèn wat een wind en het trekt nog meer aan. Dennis zet het tweede rif. De volgende bui komt over. De fok is te veel. Dennis rolt de fok in. Ik vraag me af hoe het verder moet. Het waait voor mij te hard om mijn wacht alleen te doen. Ik heb met deze wind niet genoeg kracht om te reven of een fok bij te zetten. Ik verkeer nog in de veronderstelling met een windkracht 6 tot 7 te maken te hebben. De Navtex waarschuwde voor NW-ZW 7 voor de districten ten westen en ten zuiden van ons.
Buiten zie ik dat het op onze windmeter tussen de 45 en 50 knopen waait (vanaf 48 knopen is het 10 beaufort). Ik houd het op windkracht 9. Vorig jaar vlakbij La Coruna hadden we tussen de 40 en 45 knopen wind. Een nieuw record dus. Het derde rif gaat er in. Met het kleine grootzeiltje dat overblijft, voel ik me weer vertrouwd. Ik neem het roer van Dennis over. Er staan al flinke golven. Het voordek is vaker onder dan boven water. We besluiten zo hoog mogelijk aan de wind terug naar de kust te varen. We gaan overstag met de motor aan en laten om goed te kunnen sturen de motor zachtjes bijstaan. Eigenlijk zouden we onze oranje stormfok van 9 m2 moeten zetten om het oploeven, wat zelfs met dit zwaargereefde grootzeil nog gebeurd, tegen te gaan. Wij kiezen voor de makkelijkere optie: motor bij.
Dennis doet een klein dutje in de kuip. Ik zie een metershoge golf op onze zijkant afkomen. "Nee, nog niet breken", zeg ik meer tegen mezelf dan tegen de golf. De golf trekt zich er niets van aan en breekt bulderend vlak boven ons. We zijn meteen gedoucht. Bodyguard geeft geen krimp en zeilt stoer verder. Het water en de wind maken zo'n herrie dat ik niet hoor dat de motor aan staat. Een uur later zitten we enigszins in de beschutting van de kust. De golven nemen wat af. En 35 knopen wind noemen we nu rustig.
Dennis gaat naar binnen om even te navigeren en te gaan liggen. Even later zie ik mijn stoere vent over het onderste schotje in de kajuitingang hangen. Hij kotst er alles uit. Arme ziel, hij is de hele nacht doorgegaan en heeft drie reven gezet. Bij de laatste stond hij meer onder dan boven water. Ik vraag me dan altijd af hoe mensen van in de zestig dit doen. Nog een uur later staat er nog maar 15 knopen wind en motoren we met een piepklein zeiltje als steun tegen de wind in naar iets dat op een haventje lijkt. Sande staat er op de kaart, 1,8 meter water. Moet net kunnen met onze twee meter diepstekende vinkieler en anders is Egersund 15 mijl verderop. We varen het piepkleine haventje in. Erg liggen een paar kleine vissersbootjes. Voelt een beetje als een olifant in een porseleinen kast. Vijf meter in de haven: plop aan de grond. Een oud baasje wijst ons direct langs de kade. We proberen nog netjes met een anker voor zoals alle vissersbootjes maar daarvoor is het te ondiep. Dan maar decadent langs de kade. We hebben 78 mijl gevaren en zijn daarmee 50 mijl dichter bij huis gekomen.
We likken onze wonden. Daarna zetten we de dikke slang op onze zeilpakken en op het dek. Ik ontzout de binnenboel. Na een stevig ontbijt vallen we in coma. Drie uur later regent het en dat blijft het de gehele dag heftig doen. Eindelijk tijd om te lezen. Als een stel bejaarden zitten we onder de slaapzakken, ieder op onze eigen bank.

Vrijdag 17 juli 2009 Van Haugesund naar Nederland dag_1
We hebben in het baaitje geen internet meer. We willen heel graag weten wat de wind de komende dagen gaat doen. Gaan we al oversteken of doen we nog wat hopjes naar het zuiden? Ik verwacht het laatste. We varen naar het centrum van Haugesund. Ik ga boodschappen doen terwijl Dennis in de weer is met de wifi antenne om een internetverbinding tot stand te brengen.
Ik ga weer naar de heerlijke slager van twee weken geleden. Ik koop twee ons biefstuk en een karbonade en reken 100 kronen af, ruim tien euro. Zo is Noorwegen best duur. Bij de supermarkt haal ik ook wat vers spul. Dennis heeft inmiddels internet en samen kijken we naar de wind. Vandaag lichte wind mee. Daarna oostenwind en vervolgens zuidwesten wind, tegen dus. Niet gunstig om te gaan. Maar aan het eind van de week is de wind nog steeds zuidwest en een stuk harder. Als we moeten kiezen uit de beschikbare opties dan is nu vertrekken helemaal zo gek nog niet.
Ik ben primair verantwoordelijke voor het eten en het interieur. Dennis is primair verantwoordelijk voor de techniek en het dek. Dennis laat de bijboot leeglopen. Ik begin met het checken van de voorraden. Ik duik onder de vloer en haal wat blikken en rijst vanaf die minder makkelijk bereikbare plaats, vooral op zee, naar de keukenkastjes. Eigenlijk ben ik best een goede logistiek manager: we hebben voor de overtocht alleen een extra brood nodig.
Ik gooi de watertanken vol en dan kunnen we op weg naar de dieselpomp. Tijdens het tanken komen onze Noorse vrienden van de gletsjerwandeling (die eenvoudige bij Sunndal) langsvaren met hun speedbootje om afscheid te nemen. Ze hadden ons graag meer van Noorwegen willen laten zien, maar helaas de plicht roept.
Om 15:30 uur verlaten we Haugesund. Om 16:00 uur zijn we onder zeil en racen we met ruime wind met 7 knopen naar het zuiden. De wind neemt al snel wat af, maar we blijven 5 knopen gaan. Ik kook aardappelen met bloemkool en bak de heerlijk biefstukjes er bij. Ik schep voor ons allebei een half portie op. De kans is dan groot dat het op het bord blijft, want we waggelen nogal. We durven het aan om de stuurautomaat te laten sturen en samen binnen te eten. Ik zie de stuurautomaat enorm aan het roer draaien en zeg tegen Dennis dat hij hard moet werken. KLAP! We liggen in een klapgijp. De bulletalie staat er op, dus niets aan de hand. We spurten allebei naar buiten. Dennis manoeuvreert de boot zo zodat de giek weer normaal gaat staan maar meteen duwen de golven de kont om en opnieuw liggen we in de gijp. Nu starten we de motor om er uit te komen. We hebben een paar keer erg schuin gehangen. Het is een wonder dat de borden nog op tafel staan. Gelukkig had ik de pannen met klemmen op het cardanische fornuis laten staan. We eten om de beurt het tweede deel van het eten op en sturen verder met de hand. De snelheid van de boot is te laag voor de stuurautomaat om goed te kunnen reageren op de golven. Wij kunnen daar al een beetje op anticiperen.
Om 21:00 uur gaat Dennis slapen. Om 22:00 uur is de wind zo ver afgenomen dat het zeil heen en weer begint te slaan en onze snelheid onder de twee knopen zakt. Ik zie aan stuurboord een groot schip, aan bakboord ook en achter me ook één. Met AIS zie ik dat ze wel erg dichtbij komen. Eerst maar eens het grootzeil laten zakken. Dennis doet dat met zijn grote lijf altijd zo handig. Ik sta enorm te tobben met het opbinden en wat ligt de boot te rollen. Eerst maar weer even op de computer kijken hoe het met de grote schepen zit. Ik weet eigenlijk niet goed wat te doen. Als ik vaart verminder gaat de één voor me langs maar komt die andere weer zo dicht bij. Hetzelfde geldt voor het verleggen van de koers. Ik capituleer en roep Dennis erbij. Het voelt een beetje als falen. Er is eigenlijk niets aan de hand. Als ik gewoon afwacht kan ik beter zien hoe alles zich ontwikkelt en kan ik altijd nog uitwijken. Just wait and see. Dat is ook een behandeling bij een langzaam groeiende tumor. Lijkt me vreselijk: wait and see. Doe dan maar een wat sneller groeiende die goed reageert op cytostatica. Dat is eigenlijk wat ik nu ook wil: gas geven en weg van hier. Maar ook al geef ik vol gas, wij blijven een langzaam schip ten opzichte van die grote zeeschepen. En dus roep ik Dennis. Dennis sliep gelukkig niet en zegt ook: "Niets aan de hand, druktemakertje, gewoon afwachten. En door AIS weet je hun namen zodat je ze ook kunt oproepen en met hen overleggen." Blijkbaar had ik even behoefte aan een ander mens op deze grote zee, want gerustgesteld stuur ik Dennis weer naar bed.
Ik zet een kop thee en neem er een paar wafels bij . Marianne, je kunt tegen Sander zeggen dat ik de wafels heerlijk vind!
Middernacht: nog 330 mijl te aan.

Donderdag 16 juli 2009 Haugesund: op stap met Marianne
's Ochtends komen Yver en Sander, de twee jongste zoons van Marianne, bij ons op bezoek. De hond krijgen we met geen mogelijkheid in de bijboot en deze vermaakt zich prima vastgebonden op de kant. Het is prachtig zonnig weer en ik doe een wasje in de kuip. Om 15:00 uur gaan we naar het huis van Marianne, waar we opnieuw kunnen aanschuiven. Wat een luxe om zo te gaan zitten en gehaktballen met aardappels en sla te eten. Heerlijk. We hebben nu nog een deel van de middag en de hele avond voor ons en rijden naar het begin van het Hardangerfjord voor een wandeling naar de vuurtoren. Mooie wandeling met licht stijgen en dalen en aan beide kanten uitzicht op het water. Hier voeren we gisteren langs. Altijd leuk om vanaf de kant te kijken naar het water waar je eerder gevaren hebt.
Daarna neemt Marianne ons mee naar het hoogste punt van Haugesund. Gaat erg gemakkelijk met de auto. We hebben een pracht zicht over de omgeving. Daarna laat Marianne haar praktijk zien waar ze als huisarts werkt. We meten elkaar bloeddruk en ontdekken de huisarsten in Noorwegen meer doen dan huisartsen in Nederland. Ze moeten wel, want het dichtstbijzijnde ziekenhuis is vaak veel verder weg dan bij ons.

Daarna is het onze beurt om Marianne te voorzien van thee en koekjes op de boot. Sander heeft wafels gebakken en belt of wij komen proeven. Dennis gaat nog even mee. Ik neem de radio-honeurs waar en heb voor het eerst de Bodyguard voor mijzelf. Ook wel eens lekker.

Woensdag 15 juli 2009 VanHeroey naar Haugesund
Tijdens het zwemmen ontdek ik dat er mosselen aan het zwemtouw bij het strandje en aan de steiger groeien. Dus na mijn warme douche (lees pannetje warm water in de kuip) ga ik met het bijboot gewapend met een pan mosselen verzamelen. Binnen een paar minuten heb ik een maaltje voor mezelf. Mijn lunch: gekookte mosselen. Ik kook ze met alleen een beetje peper en een bodempje water. Ik maak er wel een knoflooksausje bij van een teentje knoflook, wat mayonaise, beetje suiker en een scheutje melk om het wat dunner te maken. Mosselen zonder sausje is als patat zonder mayonaise. Na vier minuten staan alle mosselen open en ze smaken .... voortreffelijk. Wie zei dat het leven duur is in Noorwegen?
Om 18:00 uur zijn we in Haugesund. Precies twee weken geleden liepen we deze haven als eerste Noorse haven aan. Voor ons gevoel is het veel langer dan twee weken geleden. We hebben zo ontzettend veel indrukken opgedaan. We kiezen voor het door rotsen omcirkelde baaitje voor Mariannes huis dat we twee weken geleden tijdens de wandeling zagen. We laten het anker vallen en zetten achter twee lange lijnen naar rotspennen uit. Marianne heet ons vanaf de kant met één van haar zoons en de hond welkom. We kunnen meteen meelopen om mee te eten. Snel sluiten wij de boot af en we hebben een gezellige avond bij Marianne thuis. Tijdens het eten vertel ik van mijn heerlijk lunch met mosselen. Zij vertellen dat zojuist op de radio was dat mensen geen mosselen meer moesten eten. Vanwege een bepaald wier kunnen ze giftig zijn. Dat weet je dus niet als toerist. Maar gelukkig voel ik me nog steeds goed.

Dinsdag 14 juli 2009 Van Jondal naar Heroey
Vandaag is het the day after. De boot is een puinhoop. De natte regenkleding van gisteren hangt in de kajuit. De droge was van gisterenavond ligt op een hoop, de afwas staat er nog. Voordeel van een kleine ruimte is dat je binnen een uur weer helemaal opgeruimd en schoongemaakt bent. Zelfs de koelkast is gekuist. De accu's zijn vol, de Spar zorgt voor verse voorraden eten. Kortom we kunnen er weer tegenaan. Vanaf nu gaan we niet meer verder het fjord in, maar weer richting zuid. We varen tot Heroey waar we tussen twee eilanden op voor het anker en achter met een lijn op de rotsen overnachten. We hebben het plaatsje niet vanaf het land gezien. Voor het eerst regende het de hele avond. En o ja die waterval die ik op de heenreis gemist had, heb ik nu om dezelfde reden weer niet gezien.

Maandagdag 13 juli 2009 Jondal: indrukwekkende wandeling over de gletsjer Folgafonna
Om 9:00 uur wandelen we met de rugzakken vol richting bus. We gaan naar het zomerskicentrum boven op de gletsjer Folgafonna op 1600 meter. Dennis heeft zijn skipak in zijn tas gepropt. Mijn tas bevat warme kleding, drinken en eten. Volgens Dennis is dat laatste helemaal niet nodig. We zullen boven namelijk best een broodje hamburger kunnen kopen. Ik wil geen broodje hamburger. Volgens Dennis hebben ze er vast ook wel broodjes kaas. Ik heb geen zin om vijf euro of meer voor een broodje kaas te betalen en bovendien als ik een broodje wil dan wil ik het meestal ook direct hebben. En dus zit mijn tas v0l 'babybel' en 'la vache qui rit' en koop ik bij de Spar nog een paar lekkere broodjes. We stappen samen met een Griekse skiër die zich wil kwalificeren voor de Olympische Spelen, in de bus. Ik weet nog steeds niet dat ik vandaag iets heel indrukwekkends ga doen. Ik verwacht boven een toeristische skitent à la Winterberg. Dennis zal wel even gaan skiën. En ik ga een beetje rondwandelen, wat drinken en mogelijk een uurtje of zo met een gids over de gletsjer lopen. Ik had beter moeten weten. Noorwegen is helemaal niet toeristisch. Daarvoor is het land te groot en zijn er te weinig mensen. We zijn de enige passant in de haven en de bus is eerder leeg dan vol. Onze bus klimt over een eenbaansweg naar boven. De plakken sneeuw die ik zie liggen, worden talrijker en dikker.
Op een parkeerplaats bij de skilift, een sleeplift, stappen we uit. Het is hier heel ander weer dan beneden. Het waait, regent en is koud. Er staat een handjevol auto's. Er is een skihut / cafetaria. Met ons stapt er een meisje uit de bus die een ander gebouwtje opent. We denken dat zij de gids is voor de geletsjerwandelingen en dat blijkt te kloppen. We vragen haar hoe laat ze vertrekt. Ze doet daar een beetje vaag over. Het komt neer op wanneer we klaar zijn, ongeveer over een half uurtje. Ook vragen we haar hoe lang de tocht duurt. "About five hours", antwoordt ze achteloos. Ze zegt het zoals ik iemand antwoord die aan mij in Dordrecht vraagt hoe ver het station is. "O, half
uurtje." Er gaat een klein alarmbelletje bij mij rinkelen met zo'n zeurderig stemmetje dat zegt: "Ga niet mee, het is te zwaar voor je." Een Amerikaanse vrouw van rond de dertig heeft de tocht in Bergen geboekt en is zonder rugzak, in spijkerbroek en op gymschoenen uit de bus gestapt. Mijn alarmbel gaat weer uit.
In een hoekje van de skihut doe ik mijn isotherme onderkleding aan. Dennis hult zich in zijn skipak. Van de gids krijg ik een prachtige regenbroek, handschoenen en een shawl. We zijn met een groep van zeven. Drie Engelse broers met een zoon van ongeveer veertien jaar, de Amerikaanse en wij. We krijgen een tuigje om waarmee we ons later via het touw aan elkaar kunnen 'zekeren'. Daarna doen we allemaal een helm op. De gids laat ons op een kaart zien waar we heen lopen. Ze vraagt of iemand een ziekte heeft. Ik loop met haar mee naar het kantoortje om te betalen (500 Noorse kronen pp) en vertel van mijn verminderde hartfunctie. Dennis verzekert haar dat hij mij zal helpen. De gids reageert met: "We take the easy way today."
Weer buiten krijgen we allemaal een paar spykes voor in de rugzak. Mijn alarmbel begint weer te rinkelen. Tot slot krijgen we allemaal een ijsbijl overhandigd. Mijn alarmbel rinkelt nog harder, maar ik zet hem uit. We gaan op pad!
Op plastic sleetjes met een stuur en een rem gaan we met de sleeplift naar boven. Boven lopen we met de slee naar de zijkant van de piste. Dennis weet dat dit mij al veel kracht kost en hij trekt ook mijn slee en ik mag er in zitten. We parkeren de sleetjes en lopen een stuk door de sneeuw naar beneden. Dit loopt wat gemakkelijker. We komen uit bij rotsen en kijken vanaf hier over de gletsjer. Als een woestijn van sneeuw en ijs strekt de gletsjer zich voor ons uit. De wind giert om ons heen, de regen klettert in ons gezicht. Rechts van ons loopt de gletsjer de diepte in. Er
stroomt een flinke waterval omlaag en eindigt in een meer met een vreemde grijsgroene kleur. De gletsjer is bedekt met sneeuw. Hier en daar zie je stukken ijs, daar is het meer grijs tot blauwig. Ook zitten er diepe spleten in de gletsjer. Deze omgeving ademt één en al gevaar uit. De vallende waterval horen we nauwelijks. De sneeuw dempt alle geluiden. Er is hier geen leven alleen doodse stilte en een gierende wind. Dit is geen omgeving voor watjes dit is alleen voor stoere mannen en heel stoere vrouwen en dan nog maar voor heel even.
We klimmen over de rotsen omlaag. Mèn wat is dit steil. Als dit de easy way is dan wil ik niet weten wat de andere route is. Even kijk ik om me heen. Wat een diepte. Dit had ik beter niet kunnen doen want meteen begint alles voor mijn ogen te draaien. Als je hier valt ..... Niet aan denken. Concentreren. "Every long trail starts with one single step", houd ik mezelf voor. Alleen de volgende stap is belangrijk. Ik bedenk dat ik een watje ben, maar wel een stoer watje.
We komen uit op een enigszins plat plateau op de rotsen. We staan een beetje uit de wind. Hier doen we onze spykes onder onze schoenen. Ik let goed op hoe de gids het voordoet en bind mijn spykes onder mijn schoenen. De Amerikaanse zoekt mijn hulp, maar ik heb in deze omgeving geen energie om haar te helpen. Ik kom al energie voor mezelf te kort en ik verwijs haar naar de gids. De gids verwijst haar naar zichzelf. Terwijl zij zit te tobben met haar spykes, prop ik snel een broodje naar binnen. We worden aan het touw vastgeknoopt en stappen met onze spykes in de sneeuw. Ik heb mezelf tactisch achter Dennis en de gids gebonden. We hebben heel goede grip in de sneeuw met de spykes. Superdingen! We moeten even oefenen met tegen de berg aanvallen en onszelf afremmen met de ijsbijl. Ook een zeer goed apparaat.
We lopen langzaam naar beneden. Dan komen we bij een stukje ijs. De gids stapt het ijs op. Dennis volgt. Ik moet eerst wat vertrouwen krijgen in de spykes,
maar veel tijd heb ik niet om te wennen want het touw trekt. Ook op het ijs doen de spykes het goed. Ik loop zoals de gids het vertelde. Als een cowboy met de benen wijd en altijd de spykes recht op het ijs zetten. We komen bij een diepe spleet en kunnen er in kijken. Het ijs kleurt hier helemaal blauw. Wauw! Prachtig! Gauw een foto maken en dan snel de handschoenen weer aan. We lopen nog een stukje verder naar de volgende spleet. Deze is nog groter. We gaan een beetje in de spleet enigszins beschut voor de wind zitten en bewonderen de blauwe gangen, gaten en spleten. Het ijs kleurt net als de zee blauw omdat het zonlicht in het ijs dringt en alleen blauw reflecteert. De gids vertelt dat de gletsjer op de top 500 meter, VIJFHONDERD METER, dik is. Waanzinnig wat een omgeving is dit. Als een stel miertjes aan een touw hebben wij een piepklein stukje op dit immense ijs gelopen.
We gaan weer terug. Nu ploeterend door sneeuw en over ijs naar boven en tegen de wind in. De lucht is hier ijl. Ik kom echt lucht en kracht te kort om naar boven te komen. Ik hang enorm aan het touw en Dennis sleurt met zo ongeveer naar boven. Ik besef dat ik dit alleen kan doen doordat Dennis mij helpt. Regelmatig roep ik 'break' en stopt onze sliert even. De mensen achteraan vinden het volgens mij ook wel oké dat we af en toe even stoppen. Ik zie ze uitgebreid foto's maken. Nog een klein stukje tot aan de rotsen. Eigenlijk wil ik na elke drie stappen even pauze maar ik besef dat dat niet gaat en ik loop op mijn tandvlees door. Dit is geen omgeving voor mensen met een verminderde pompfunctie van hun hart of voor mensen met een heupprothese en al helemaal niet voor mensen die het allebij hebben.
We zijn bij de rotsen. De gids staat al op de rotsen. Dennis zegt dat hij de sneeuw recht voor zich niet vertrouwt. Hij slaat er op met zijn bijl. En inderdaad zit er een gat van zo'n anderhalve meter diep onder. "Hoe weet hij dit?" vraag ik mij af. Hij zit toch net zo goed als ik de hele dag achter zijn bureautje. Ik heb hem
het verschil tussen een fuut en een meerkoet geleerd. Voor mij zag het er gewoon uit als sneeuw. We stappen weer op de rotsen. Het touw gaat af, de spykes weer in de rugzak. Snel prop ik een paar marsjes voor de nodige energie naar binnen. Zo meteen begint de klim over de rotsen weer.
Het laatste stuk naar de sleetjes loop ik op wilskracht. Mèn wat is dit zwaar. Wat heb ik het effect van ijle lucht op mijn kunnen onderschat. Dennis heeft allebei de ijsbijlen vast en trekt mij zo naar boven. Een geweldige vent! Bij de sleetjes springt iedereen in z'n slee en zoeft naar beneden. Ik ben zo ontzettend moe dat ik het geheel niet meer overzie en trekkend aan de handrem glijd ik als een slak naar beneden. Boeien dat ik de bus dan misschien niet meer haal. Pas bijna beneden ontdek ik dat dit sleeën eigenlijk ook wel leuk is en durf ik het sleetje te laten gaan. Beneden word ik door de gids en Dennis opgevangen. Ik word ontdaan van mijn tuigje. Ik hoef alleen maar te zitten en de regenbroek word van mijn lijf getrokken en voor ik het weet, zit ik in de bus die speciaal voor mij twintig minuten gewacht heeft. Onze spykes zitten nog in de rugzak. We geven ze aan de chauffeur mee terug.
Beneden stappen we uit de bus. Doen een klein rondje door de Spar en vallen aan boord in coma. Twee uur later worden we wakker van een tien ton zware Bodyguard die aan zijn lijnen ligt te rukken. Welke idioot maakt er zulke hoge golven?! Zelfs de veerboot doet dat niet.
Ik sta op en ga koken. Valt eigenlijk best mee met de moeheid. Na het eten pakken we alle was die nog steeds in de kajuit hangt en nog steeds niet droog is in een grote tas. We lopen naar de douche en doen tegelijkertijd onze was in de droger, anders komt het niet meer goed.
Direct daarna gaan we naar bed. Door de indrukwekkendheid van de gletsjer kunnen we allebei niet slapen.

Zondag 12 juli 2009 Van Sunndal naar Jondal
Ik sta op. Heerlijk zonnig weer bij ons. In de bergen is het bewolkt. We kunnen de gletsjer vanaf hier niet zien. Ik ga een stukje zwemmen. Minder ver dan ik dacht, want het water is ijskoud. Eergisterenavond was het nog 19, 9 graden. Nu blijkt het 16,6 te zijn. Een heerlijke warme douche na. Daarna vul ik in het keukentje de drie wasbakken met mijn was. Ik span lijnen over de Bodyguard zodat het goed kan drogen. Als alles goed en wel hangt, gaat het regenen.Hup, alles naar binnen. Het interieur verandert in een washok. Waslijnen lopen kris kras door de kajuit. Daartussen zitten wij met onze laptops. We hebben internet en mailen, chatten en Skypen wat af.
Om 15:00 uur help ik Dennis met wegvaren. De rest van de tocht lig ik als een prinses te slapen, terwijl mijn rode prins (rood zeilpak) op een azuurblauwe boot mij naar het volgende haventje brengt. Je hebt werkpaarden en je hebt luxe paarden... Ik schijn een prachtige waterval gemist te hebben, maar dat komt op de terugweg wel. De steigers in Jondal zien er splinternieuw uit. Eén van de drie steigers is vrijwel leeg. Zo te zien zijn wij de enige bemande boot in deze haven.

Zaterdag 11 juli 2009 Sunndal lange wandeling naar gletsjer
Met twee rugzakken vol eten, drinken en warme kleding wandelen we om 10:00 uur van de boot richting gletsjer. Onze grote wens is een enorme klim naar een berghut, daar overnachten, de volgende dag met een gids over de gletsjer en dan met de bus terug. Hoewel deze wandeling voor mij waarschijnlijk te zwaar is, hebben we, just in case, zelfs avondeten (blikje vlees, macaroni, blikje tomatenpuree en een ui) bij ons. We beginnen op een asfaltweg tussen wat huizen door. Het stijgt al wel. Op een parkeerplaats maken we een kort praatje met een jong stel in een camper. De weg gaat verder over een zandweg, links naast ons klettert het water van de gletsjer als een wild stromende beek naar beneden, een prachtig gezicht. We lopen een kloof in met aan beide kanten hoge bergen. Aan het eind van de kloof, een stuk hoger is de gletsjer. Af en toe zien we daar een stukje van.
Na zo'n drie kwartier komen we bij ons beslispunt. Hier kunnen we links af naar de berghut, 5 uur lopen. "De isobaren staan hier wel erg dicht op elkaar", zeg ik tegen Dennis. "Iets te veel naar weerkaartjes gekeken", antwoord hij, "je bedoelt de hoogte lijnen." Een flinke depressie of een steile berghelling, het ziet er op de kaart hetzelfde uit. Natuurlijk moeten we rechtsaf de 'toeristische wandeling' met wat minder hoogteverschil om het meer heen naar de voet van de gletsjer maar de berghut heeft een enorme aantrekkingskracht. We kunnen best een stukje proberen en als het niet gaat weer terug gaan en de makkelijkere wandeling doen, houden we elkaar voor. Het stel van de camper komt met mountainbikes
langs. Zij fietsen zo ver ze kunnen en zetten dan de fietsen neer en beginnen aan de moeilijke wandeling. Ze hebben een heel goede conditie want we zijn ze al snel uit het zicht verloren.
Het eerste stuk van de wandeling zag er op de kaart niet echt steil uit maar begint al snel flink te stijgen. Dennis is me een stuk voor. Dit ga ik geen vijf uur volhouden. Vijf uur is een aanwijzing over de duur voor getrainde mensen, meestal doe ik de wandeltijd bergop keer twee of keer drie. Dit is gekkenwerk. Ik roep Dennis en hij had ook al bedacht dat dit voor mij te zwaar is. We gaan terug, zonde van de hoogte en beginnen aan de andere wandeling. Na een kwartier klimmen komen we bij een prachtig bergmeer met uitzicht op de gletsjer aan de andere kant van het meer. Rechts en links van de gletsjer zien we ook een aantal watervallen. Prachtig hier. Van hele grote stenen zijn tafels en banken gemaakt. We zijn hier met een handjevol mensen. Eén man doet zijn schoenen en sokken uit en baadt naar een rots zodat zijn vrouw hem op de foto kan zetten. Aan zijn gezicht is te zien dat het water ijskoud is.
De wandeling gaat verder over een pad vol stenen langs het meer. Af en toe moeten we een waterval oversteken. Hier zijn bruggetjes gemaakt. Bij de waterval is het een enorme herrie van het geraas van vallend water. Onvoorstelbaar dat dit dag en nacht doorgaat. Aan de andere kant van het meer is een strandje met stenen en langs het water een randje zand. Net breed genoeg om te gaan liggen. Wat wij dan ook even doen tot het gaat regenen.
We klimmen verder door het bos naar de gletsjer. Het is al snel weer droog en zonnig. Dennis gaat voor op. Het uitzicht op de gletsjer wordt steeds mooier. Op een gegeven moment kom ik op een witte vlakte met veel grote en kleine witte stenen. Het is hier vreemd stil en onvoorstelbaar licht. Een paar honderd meter links van mij loopt een vrouw in het rood. Dennis zie ik nergens. Ik sta nu heel dicht bij de gletsjer, ik zie het ijs blauw kleuren. Hoe het pad verder gaat, moet ik nog ontdekken. Blijkbaar moet je hier de rotsen op om de gletsjer echt aan te raken. Mijn mobieltje rinkelt. Dennis zegt dat hij bij het ijs is. Het is voor mij niet te doen. Ik moet beneden blijven. Er is geen
pad. Hij is samen met een vrouw en haar man loopt beneden rond. Hij heeft een wit overhemd aan en inderdaad zie ik een man met een wit overhemd lopen.
Ik zwaai naar de man en hij wijst twee piepkleine stipje op de berg aan. In het groen is zijn vrouw en in het wit is 'my husband'. Het duurt ongeveer tien minuten voor ik de stipjes ook zie. Mèn wat is de berg en de gletsjer groot. De man heeft geen rugzak bij zich en hij neemt dankbaar mijn Twix aan. We praten wat en langzaam zien we de stipjes groter worden tot ze zo'n twintig minuten later weer bij ons zijn. De 56 jarige Noorse vrouw was erg blij met haar privé gids. Alleen was het haar niet gelukt. We lopen samen een stuk naar beneden. Zij hebben hun auto op de parkeerplaats staan en ze bieden aan om ons naar de boot te rijden. We wisselen onze mobiele nummers uit. Zij gaan ons voor.
Eenmaal terug om het meer bestaat deel 1 van mijn avondeten uit boterhammen met kaas en lauwe thee aan de grote stenen tafel. Het stel van de camper komen we hier weer tegen. Zij gaan zwemmen. ik heb daar eigenlijk ook wel zin in. Mijn hele lijf plakt van het zweet vermengd met zonnebrand crème. Ik herinner me het gezicht van de man van vanochtend nog toen hij in het water stapte, maar toch....
We hebben geen handdoeken en geen zwempak bij ons. Maar de campergasten, Johan en Johanna vinden het 'no problem' als wij zo het water in gaan. Met alleen mijn hemd aan klim ik over de rotsen naar het water. Eerst even met mijn voet er in. IJs en ijskoud. Johan is wat meer een bikkel en hij zwemt stoer drie
meter en gaat er dan snel weer uit, Johanna en Dennis doen ook een paar slagen. Ik kom niet verder dan een beetje poedelen. Dennis moedigt mij aan om er even in te gaan. Ik zwem twee slagen, keer om en ga er snel weer uit. Het resultaat is verbluffend. Alsof ik uit het afkoelbadje van de sauna kom, zo herboren stap ik uit het water. Ik droog me af aan mijn shirt, trek mijn trui aan over mijn hemd en in marstempo wandelen we naar beneden naar de parkeerplaats. Johan en Johanna zijn al bij hun camper aan het koken. Zij vertellen dat de Noorse vrouw in het groen en de man in het witte overhemd, onze taxi, naar hun hotel zijn. Maar we mogen hun fietsen lenen naar de boot. Zij komen vanavond bij ons op bezoek en nemen dan de fietsen weer mee.
Op een paar geweldige mountainbikes zoeven we het laatste stuk van de berg af. Wat een vertrouwen! Op de boot ontdekken we in de lier een visitekaartje van de Noren. Zij zijn dus nog even bij de boot gaan kijken. Aan boord vis ik de blikjes en de ui uit Dennis rugzak en maak een eenvoudige maar erg lekker macaroni maaltijd. Ik kan nog precies een uur liggen voor onze Noorse vrienden langskomen. Ze hebben zich keurig aangekleed. Wij lopen nog in onze afritsbroeken rond. Het wordt een gezellige avond. Johanna heeft tot voor kort in het leger als officier nieuwe soldaten leren varen. Vandaar die superconditie. We hebben ruim negen uur in de bergen gewandeld en slapen als marmotten.

Vrijdag 10 juli 2009 Van Rosendal (Hardangerfjord) Baronie en Stenenpark naar Sunndal
Heerlijk dat we een paar vouwfietsen hebben. Nu hebben we de twee kilometer naar de baronie met de rozentuin zo overbrugd. Iedereen zei dat we naar de baronie met de rozentuin moesten gaan. Misschien heb ik daardoor te hoge verwachtingen of misschien zijn wij in Nederland verwend met de keukenhof maar de rozentuin vinden wij in eerste instantie tegenvallen. Twee keer een stukje van pakweg tien bij tien meter met rozen er in, weliswaar rode, gele en roze. De rest van het park en de veldbloemen vind ik veel mooier. We kunnen ook een rondleiding door het oude landhuis doen. Het is zo ontzettend mooi weer buiten dat ik er eigenlijk niet zo'n zin in heb. Als we horen dat het 100 kronen pp kost voor een half uur, is de keuze snel gemaakt. Wij gaan lekker verder fietsen. We fietsen naar de toerist info en gaan hier wel twintig minuten binnen zitten en kijken naar een prachtige film over het ontstaan van Noorwegen en de fjorden. Mèn wat een natuurkrachten en kilometers dik ijs heeft hier de fjorden uitgeschuurd. We zullen voortaan met heel andere ogen naar stenen kijken.
We genieten van de geneugten van een boot met keuken in de buurt en maken zelf een heerlijke lunch. Even een middagdutje en alweer op de fiets naar de stenentuin. De versnellingen op mijn Brompton gebruik ik nauwelijks. Ik fiets hier eigenlijk altijd in de eerste versnelling en als ik nog kleiner had, zou ik dat ook gebruiken. Berg af is het meestal een kwestie van remmen. In de stenentuin herkennen we veel patronen uit de film. Sommige stenen zijn helemaal gepolijst en dat deel ziet er uit als een granieten aanrecht. Ik word nog een echte stenen-aaier. Heerlijk om even aan zo'n gladde steen te voelen.
Rond etenstijd verlaten we Rosendal. Als een rondvaartboot varen we door het prachtige fjord. Ik duik telkens even naar beneden om de gebakken aardappels om te draaien. Beetje sla en een biefstukje er bij terwijl varend restaurant de Bodyguard langs een schitterende waterval vaart. Lastig kiezen: eten of video-en.
Twee steigers, een motorboot, een poolse zeilboot en een kleine camping dat is Sunndal met in de bergen de gletsjer waar we morgen heen willen wandelen.

Donderdag 9 juli 2009 Van Lukkesund naar Rosendal (Hardangerfjord)
Het is ontzettend stil waar wij nu liggen en we slapen daardoor een gat in de dag, pas om 9:30 uur worden we wakker. Ik ga zwemmen met uitzicht op besneeuwde bergtoppen, een heel bijzondere ervaring. Tijdens de brunch in de kuip zien we een zwart beestje van een 30 cm zwart met een witte vlek in de hals (een marter?) over de rosten scharrelen. Even later steekt hij het baaitje over en zwemt 10 cm voor de boot langs en gaat ook een stuk onder water. Hij kan goed zwemmen. Weer op de rotsen klimt hij gemakkelijk naar boven en maakt ondertussen allerlei soort kusgeluidjes.
Pas om 12:30 uur hebben we ons los kunnen rukken van dit prachtige baaitje en zeilen verder. Even later motorzeilen we weer, want die bergen zijn prachtig maar nemen alle wind weg. Marianne, de verre tante van Dennis, raadt ons ook aan naar Rosendal te gaan. Onze buren zeiden gisteren ook dat we daarheen moeten en omdat voor ons alles nieuw is, doen we dat ook maar. In Rosendal zien we op de kaart geen haven of iets, maar er blijkt een gloednieuw haventje te zijn, nummer vier van de mooiste havens van het fjordengebied volgens de vrouw bij de toeristinfo die ook het havengeld (150 kronen) int. Zij laat ons enthousiast allerlei folders zien. Blijkbaar kunnen we hier niet weg voor we de baronie met rozentuin en de stenentuin met stenen uit gletsjers gezien hebben. Verder moeten we absoluut naar Sunndal om naar de Gletsjer te kijken. Zoveel te zien en te doen. Eerst maar even boodschappen doen. Heerlijke nasi gegeten en daarna zijn we allebei te moe om nog een eind te gaan lopen. En de goede internetverbinding die we hier hebben is ook zo leuk........... Morgen naar de rozentuin en de stenen en dan 's middags naar Sunndal. Intussen rinkelt de skype telefoon hier aan de lopende band. We 'bellen' met Ton en Anneke in Zweden. Wie had dat vroeger in de tijd van Scheveningen Radio kunnen denken dat er ooit een tijd zou komen dat je gratis met je vrienden in andere landen zou kunnen praten van schip naar schip?

Woensdag 8 juli 2009 Van Bergen naar Lukkesund (begin Hardangerfjord)
Het enige wat ik in Bergen nog wil zien is de Mariakerk. Het is het oudste nog bestaande gebouw van Bergen. De kerk is in het begin van de twaalfde eeuw gebouwd en de preekstoel is volgens de boeken uit 1676, een geschenk van Hanzekooplieden, de mooiste van de Noorse barok. Ik sta een uur eerder op dan Dennis, loop om de haven heen en kom dan uit bij de kerk. Het is een prachtig oud kerkje. Voor 20 kronen mag ik naar binnen. Het voelt hier op de één of andere manier een beetje heilig. De preekstoel is voor onze begrippen een beetje te bont geschilderd. Hij bestaat uit allemaal kleine engeltjes die als het ware het plateau dragen. Ik ga even op een stoel zitten en ben dankbaar dat ik dit allemaal mag meemaken. Dat ik samen met Dennis en onze zelfgebouwde boot door dit prachtige land vaar.
Om 10:00 uur starten wij de motor en nemen afscheid van onze Duitse buren. Onze Noorse buren aan de buitenkant schuiven een stukje richting kade op en raden ons aan naar Rosendal te gaan. Met een lekkere windkracht 3 tot 4 op de kop verlaten we de haven. Al snel kunnen we bakboord uit richting brug. We hijsen de zeilen en genieten tien minuten van het zeilen want achter de bergen is het weer klaar met de wind. We snappen nu dat de meeste Noren in speedboten varen. De afstanden in de fjorden zijn groot en de wind is erg wispelturig. Omdat wij ook ergens willen komen doen we onder de drie knopen de motor bij. Een kwartier later gaan we weer voor de wind. We rollen de fok weer uit en vieren het grootzeil dat we hadden laten bijstaan. Met zes knopen gaan we weer de goede kant op. We voelen een paar druppels en achter ons zie ik de regen met bakken uit de lucht komen. Handig zo'n stuurautomaat. We snellen allebei naar binnen om de regenpakken aan te trekken.
Ik ga naar binnen om soep op te warmen en brood te smeren voor de lunch. Dennis roept mij om zeil te minderen. Ik weet dat Dennis daar meestal vrij laat mee is dus ik spurt naar buiten. Buiten is de lucht inktzwart en we spuiten met 7,8 knopen op de rotsen af. Snel de fok indraaien, motor starten, grootzeil naar beneden en de boot weer op koers leggen. We rollen de fok weer uit en gaan alleen op de fok dik zes knopen. De lucht wordt alweer minder zwart en we genieten van soep en brood.

De hele reis gaat het zo door. Te veel wind: 2 reven tot te weinig wind: op de motor en alles daar tussen in. We gaan via het Bjornafjord naart het Hardangerfjord en moeten dan bij Lukksund door een heel smal stukje, zo'n 100 meter breed, met aan beide zijden prachtige bergen. Even na dit stukje vinden we in inhammetje om in vier meter diep water voor anker te gaan. Het inhammetje is zo'n dertig meter breed met aan beide zijden rotsen. Voor liggen we op het anker. Aan beide zijkanten brengt Dennis lange lijnen uit naar bomen resp. een oog in de rotsen en zo liggen we dan als een spin in een web. De marifoon voorspelt voor Utsira N-NE 8bft. Laat het buiten maar waaien, wij liggen hier heerlijk beschut. Op de achtergrond zien we bergen met sneeuw op te toppen daar gaan we morgen heen.
Met het rubberbootje ga ik nog een stukje roeien. Om de bocht van ons inhammetje staat een huis. De mensen zitten voor het raam. Ik zwaai naar ze en ze zwaaien alsof ze met heel goed kennen enthousiast met beide armen terug.

Dinsdag 7 juli 2009 Bergen: was en boodschappen
Voor het eerst in de vakantie hebben we regen. We doen de was in de wasmachines en meteen door in de droger. Vervolgens halen we boodschappen en koop ik een, aan mijzelf in Nederland beloofde, echte wollen traditionele Noorse trui. Zo’n heerlijke dikke wintertrui. Daarna hebben we allebei geen zin meer om uit te varen: mañana.

Maandag 6 juli 2009 Bergen: ´Norway in a nutshell´
Om 8:00 uur lopen we naar het station. We gaan met de trein naar Voss en stappen daar op de bus die ons met en spectaculaire afdaling van 18% naar Gudvangen brengt. Daar stappen we op een rondvaartboot die ons door het Sognefjord naar Flam brengt. Het fjord is smal en aan beide kanten zijn ruim 800 meter hoge bergen. Hierdoor voel je je ook op een grote rondvaartboot erg klein. Op veel toppen ligt sneeuw. Regelmatig zien we prachtige watervallen. We komen maar één zeilboot en een paar kano’s tegen. Na twee uur varen zijn we in Flam. Hier hebben we een uurtje voor we met de trein 800 meter naar boven gaan. De treinreis is echt super. Een prachtig uitzicht uit de raampjes. De ene afgrond na de andere en ongeveer elke twee minuten een waterval of een snel kolkende beek.
Halverwege stopt de trein bij een mega waterval. We mogen er even uit. Een passend klassiek muziekje en een dansende vrouw in de bergen maakt het beeld nog indrukwekkender dan het van zichzelf al is. In Myrdal stappen we over op de trein vanuit Oslo en om 18:00 uur zijn we vol indrukken weer thuis.
Onze Duitse buurman heeft goed op onze boot gepast en we nodigen hem uit bij onze spaghetti. Fijn dat hij vloeiend Engels spreekt, is een stuk minder vermoeiend voor mij dan Duits.

 

Zondag 5 juli 2009 Bergen: stad verkennen en met kabelbaan naar boven
Met de vouwfietsjes rijden wij door de stad. Bergen is ruim opgezet met veel imposante gebouwen. We vinden de tourist-information en laten ons informeren over de spectaculaire treinrit van Myrdal naar Flam. Er bestaat een ‘Norway in a nutshell’ waarbij we met de trein naar Voss gaan, met de bus naar Gudvangen, met een boot door het Sognefjord naar Flam en vervolgens weer met de trein terug. Het kost 100 euro per persoon. We boeken twee tickets voor morgen.
Onze buurman aan de kade wil wat rustiger gaan liggen, toevallig op de plek die André Bal in het gastenboek aanprees voor de webcam. Omdat wij morgen de boot de hele dag alleen laten, besluiten we mee te verkassen. De Duitsers in het midden vinden dat blijkbaar ook gezellig want ze blijven gewoon naast ons liggen en wij varen met hen aan ons vast naar de overkant. Op dit uitstekende piertje komen wat minder toeristen en liggen we ook wat meer van de weg vandaan, een stuk rustiger.
s Middags gaan we met de fiets een stuk de stad uit naar een kabelbaan die ons naar de top van de 319 meter hoge berg Fløyen brengt. We kopen een enkeltje. Het kabelbaantje brengt ons voor 80 kronen pp in een paar minuten naar boven. Vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht over de stad Bergen en het fjord waardoor we in Bergen gekomen zijn. We wandelen nog wat verder naar de echte top. De terugweg doen we lopend. Ik had me een weg voorgesteld waar je tenminste met een Jeep over zou kunnen rijden, maar het wordt echt bergwandelen. In het begin klauteren we naar beneden met een ijzeren leuning naast ons. Een beetje nep maar wel handig. Even verder verlaten we de leuning en soms gaat de route op handen en voeten en heel af en toe op handen, voeten en kont. Onderweg kom ik Margrieta twee, drie en vier tegen. Margrieta één is een goede vriendin van mij die ik op La Gomera (Canarisch wandeleilandje) heb leren kennen. Zij liep een wandeling naar een bepaald bergdorpje in drie uur, waar ik bijna negen uur voor nodig had. De Margrieta’s hier rennen op gymschoenen de berg op, schijnbaar niet gehinderd door de zwaartekracht. Even later komen ze als berggeiten weer huppelend naar beneden en houden net een beetje in op plaatsen waar ik mijn billen met de rotsen laat kennismaken. Dit ga ik absoluut voelen, maar ik mag morgen de hele dag zitten en kijken.
Omdat het al lang etenstijd geweest is als we weer in Bergen zijn, gaan we ‘Maccen’. Bij de boot is het net of we thuis komen. Onze Duitse buren aan beide kanten ontvangen ons allerhartelijkst en vragen waar we geweest zijn. De buitenste buren nodigen ons uit voor een borrel en we bekijken elkaars boten. Altijd leuk om in een schip te kijken.

 

 

 

 

 

Zaterdag 4 juli 2009 Van Haugesund naar Bergen deel 2
Deze ochtend is het starten zoals de brochures over zeilvakanties zeggen. Ik sta op met een zon en strakblauwe lucht. Dennis ligt nog t e slapen. Het is buiten al heerlijk warm. In mijn t-shirt ontbijt ik in de kuip.  In het baaitje is het nog heerlijk stil. Twee reigers staan te vissen, familie geit steekt met 8 man van het ene rotseilandje via een dam van stenen naar het andere rotseiland. Even een stukje lezen in ‘De verleidelijke zee’ van Ria Pelen. Deze mensen hebben ook in dit deel van Noorwegen gevaren maar toen regende en waaide het.  Daarna heb ik een paar rondjes om de boot gezwommen terwijl Dennis met mij mee over het dek loopt om mij aanwijzingen te geven om de kwallen te
omzeilen.
Om 11:00 uur verlaten we het baaitje. We varen door prachtige fjorden naar Bergen. In het begin op de motor, later heerlijk zeilend. We passeren twee imposante bruggen en om 18:00 uur meren we in Bergen af. We zijn er! We hebben ons doel bereikt. 585 mijl op de teller in negen dagen, waarvan één rustdag.  We meren af naast twee Duitsers en gaan meteen door een aantal Japanners op de foto. Het is hier weer zien en gezien worden. We liggen werkelijk midden in de stad. Ziet er leuk uit. Muziek klinkt vanuit allerlei tentjes. Wat een contrast met vanochtend.
We lopen een stuk door de stad. Eerste indruk is goed. Daarna gaan we om het te vieren uit eten.

Vrijdag 3 juli 2009 Van Haugesund naar Bergen deel 1
Om negen uur verlaten we Haugesund op de motor. Opnieuw stakblauwe lucht en een zon. Weinig wind en ook nog tegen. Om een beetje op te schieten naar Bergen gaan we over zee. We motoren tot 15:oo uur en kunnen dan Selbjornsfjord in zeilen.  De bergen zijn hier nog hoger dan bij Haugesund. Op de bovenste ligt zelfs sneeuw. Bij Ausmunnevagen staat een ankertje op de kaart. Het is een kommetje met een diameter van zo'n 150 meter. Er voor ligt een rotseiland. We moeten dus zigzaggend dit kommetje in, maar liggen daarna samen met een Noorse zeilboot beschut voor alle winden en golven. Het is hier een idyllisch plekje. Rotsen van 2 tot zo'n 20 meter hoog omringen ons. Op de rotsen groeien onder andere dennenbomen. Het lijkt dus alsof we midden in het bos liggen.
Terwijl ik kook, pompt Dennis de bijboot op. We eten in de kuip terwijl we genieten van de natuur om ons heen. Eigenlijk hoef je nu verder niets meer. Glaasje wijn er bij en het plaatje is compleet. Maar een mens zit raar in elkaar en wij willen weten wat er achter de rotsen om ons heen zit. We roeien naar de kant. We leggen ons bijbootje aan de ketting, terwijl de Noren hun boot gewoon open achterlaten.
We klauteren over de rotsen en zien daarachter een prachtig groen weitje. Er staan enkele barbecues. Bij de yoga moeten we ons wel eens een mooi plekje voorstellen. Dit eilandje voldoet daar prima aan: boot in een mooi baaitje, stukje roeien en dan barbecuen in een groen grasje. We wandelen een flink stuk over een landweg, komen enkele grote huizen tegen. Langs de kant groeien prachtige bloemen. Af en toe kunnen we een blik op het fjord werpen. Er vaart een speedboot voorbij en dan horen we alleen weer de vogeltjes. Verder is het hier stil. Een stilte die we in Nederland, wij in elk geval niet op het land, nauwelijks meer kennen. Je hoort bij ons altijd wel ergens een weg. Hier is het echt stil.
Terug bij de boot praat Dennis via de korte golfzender met zijn vader en enkele vrienden. Ik zit in de kuip op mijn gitaar te oefenen. Dit is echt vakantie!
Dennis vader vindt dat we niet veel opgeschoten zijn. Toch hebben we vandaag 45 mijl van de 70 naar Bergen afgelegd. Morgen de rest, het is tenslotte ook vakantie.

Donderdag 2 juli 2009 Haugesund
We hebben hier in de haven internet. Leuk om jullie berichtjes in het gastenboek te lzen! De rest van de ochtend het stadje verkend. Uiteraard is de kade met pleziervaart het mooist van het centrum. Dit zeggen ook de toeristenboekjes. Afmeren met je boot in het centrum van de stad. Het havengeld is hier 100 noorse kronen (11 euro) voor een boot tot 13 meter. Dat valt erg mee als je rekent dat je dan in het centrum ligt: waar zien en gezien worden net zo geldt als in Honfleur of Marbella. Voor elektriciteit betaal je 75 kronen en ben je langer dan 13 meter dan wordt ook de elektriciteit duurder. Wij moeten een stukje lopen naar het centrum maar liggen dan ook heerlijk rustig en voor niks, maar dat is meer omdat de eigenaar van onze box waarschijnlijk nog geen boot heeft, want in deze haven liggen in principe geen passanten. En ach de havenmeester is op vakantie, weet onze buurman.  Verder is er in Haugesund een lange winkelstraat. Ik heb Dennis nog net op tijd uit een fotozaak met digitale spiegelreflexcamera's kunnen trekken....
Opnieuw valt op dat de Noren  erg behulpzaam zijn. We pakken de lijnen aan van een boot die net komt afmeren. Ik vraag of zij weten waar de douches en de toiletten zijn. Dat weten ze niet, maar ze liggen nog niet eens goed vast of ze rennen al naar binnen om terug te komen met een heel dik boek waarin ze ons willen laten zien waar de wc's zijn. Even later vraag ik in de supermarkt naar buttermilk (ik ben 'verslaafd'
aan karnemelk). De vrouw waar ik het aan vraag, kent geen buttermilk. Vervolgens plukt zij een jonge knul achter de kassa vandaan en gaat zelf achter de kassa zitten. Hij spreekt goed Engels en volgens haar komen we er dan wel uit. De jongen wijst mij de kulturmjolk (met zo'n o met een streepje er door) en volgens hem is dit karnemelk. Het is dikker dan melk, lijkt ook een beetje op yoghurt en je kunt er ook pannenkoeken meebakken. Door dat laatste weet ik zeker dat het geen karnemelk is, want pannenkoeken bakken van karnemelk???
Met onze rugzakken volgeladen lopen we terug naar de boot. Heerlijk is dat aan met de boot op stad zijn. Zo sta je in een wildvreemde stad en zo ben je weer thuis. De kulturmelk blijkt een heerlijk romige karnemelk te zijn met de dikte van yoghurt, eigenlijk lekkerder dan de onze. De rest van de middag houden we siësta.
's Avonds crossen we op onze fietsjes naar een ver familielid van Dennis. Deze mensen wonen prachtig met uitzicht op het fjord. Het is heerlijk om weer te fietsen al valt het berg op niet altijd mee.

Woensdag 1 juli 2009 Van Schevingen naar Noorwegen_dag 5  (deel 2)
Brood is goed gelukt! De hele boot geurt naar vers gebakken brood en met een verse makreel heb ik een prima lunch. Dennis maakt er een broodje hamburger van, maar het belangrijkste is dat we allebei genieten van een heerlijk maaltje.
We zijn er bijna en net als ik denk dat dit een probleemloze overtocht is, begeeft de interface van de stuurautomaat het. De interface heeft Dennis zelf gemaakt en zorgt ervoor dat onze stuurautomaat net zo geleidelijk stuurt als wij zelf. De stuurautomaat zelf doet het nog wel maar dan trilt de hele boot bij elke correctie die nogal heftig gebeuren.
En dus ruimt Dennis de hele bakskist leeg. Het reddingsvlot, twee vouwfietsen, 5 jerrycans, een rol touw, duikspullen, het komt allemaal in de kuip te staan. Ondertussen zeil ik de boot. Gelukkig waait het niet zo hard. Af en toe word ik verzocht binnen even en tangetje of iets dergelijks te gaan halen. Dan trim ik de boot zo goed mogelijk. Zet het stuurwiel vast en ga apenkooiend door alle spullen in de kuip naar voren om terug te komen met het verkeerde tangetje. `Nee, dat is toch geen punttangetje!`
Om 15:00 uur zien we voor het eerst land. Een heerlijk gevoel geeft dat. Wij wisten al dat het zou gaan komen van de radar en de elektronische kaart. Maar vroeger moest dat helemaal geweldig zijn als zeemannen voor het eerst land zagen.
De stuurinterface doet het gelukkig weer. Handig zo’n tovenaar aan boord!
De Noorse kust ziet er ruig rotsachtig uit. Onder een stralende zon en een kalm briesje zeilen wij ons eerst fjord binnen. Nog even door een heel nauw gangetje. We zien mensen zwemmen en dan liggen we in een jachthaven waar veel speedboten liggen en op een Noor na die net zijn boot gekocht heeft helemaal niemand is.
Dennis spoelt buiten het zout er af. Ik kuis de binnenboel en dan gaan we aan de wandel. Heerlijk om weer te lopen en bijzonder om terug te komen op een stilliggende boot. Wat is het hier heerlijk rustig. Voor het eerst sinds dagen liggen we weer samen in bed en is het bed niet warm als ik er in stap.

Woensdag 1 juli 2009 Van Schevingen naar Noorwegen_dag 5  (deel 2)
Ik heb altijd gedacht dat ik een ochtendmens was. Maar als ik zie hoe brak ik om 4:00 uur uit mijn bed kom en hoe weinig ik 's ochtends doe dan geloof ik toch dat ik een avondmens ben. Mijn avondwacht van 20:00 tot 24:00 uur vind ik mijn leukste wacht. Dennis ligt op bed en ik zeil de boot de nacht in. Meestal doe ik dan de afwas, ruim een beetje op, zet een kop thee voor mezelf, doe wat gymnastiek, lees, speel gitaar. Erg actief dus. Terwijl ik 's ochtends niet veel meer doe dan buiten kijken en binnen op de kaart kijken. Dat doe ik er 's avonds gewoon bij.
Deze ochtend ga ik een brood bakken. De twee pain mediterane (het lekkerste en meest lang houdbare brood van Albert Heijn) zijn op. Ik heb het deeg al opgezocht, maar ik vraag me af of het er van gaat komen. Het ziet er heiig uit buiten. Voor me zie ik een mistveld aankomen. Voor ik het weet zit ik er midden in. Ik schat het zicht voor de boot op nog geen 20 meter. Ik ga naar binnen en zet de radar aan. Ik moet de neiging onderdrukken om Dennis te roepen. De wereld is nu wel heel erg klein en op AIS zie ik veel grote schepen in de buurt. Ik denk aan Maarten en Marsha van de Vida die bijna overvaren zijn. De radar moet een minuut aftellen en dan verschijnt het vertrouwde schermpje. Even op mijn spiekbriefje in het kastje kijken hoe ik hem ook weer precies moet instellen en gelukkig verschijnen er strepen waar ik ze verwacht. Ik hoef Dennis niet te roepen. Ik kan het zelf. Ik loop zo ongeveer continu op en neer van binnen naar buiten. Rondje buiten kijken, waar ik niet veel zie en waar ik niet echt blij van word. Vervolgens binnen op de radar de streepjes op de elektronische kaart opzoeken waar AIS de schepen weergeeft. Vlak voor de vakantie wilde Dennis dit nog aanschaffen. Ik vond het niet echt nodig. Maar nu ben ik er erg blij mee en ik denk Dennis ook: scheelt hem weer nachtrust.
Even plotseling als de mist is gekomen, klaart het ook weer op. Snel het deeg kneden om het broodje te bakken.

Dinsdag 30 juni 2009 Van Schevingen naar Noorwegen_dag 4
Vannacht en de ochtend tot half elf gemotord. Om half elf staat er 5 knopen wind, aan de wind. We zetten de ATS er op. Wat een rust even de motor uit. Even later neemt de wind wat toe en kunnen we zelfs met de fok op onze koers varen. Ik gooi mijn vislijntje uit in de hoop dat ik met de lunch een vis kan eten. Om 13:00 uur vind mijn maag het welletjes en neem ik twee boterhammen met salami. Als ik ze binnen heb, heb ik natuurlijk beet: een flinke makreel. Helaas is ons brood op, morgen maar eens gaan bakken, en zit mijn maag vol. Maar makreel bij het avondeten is ook niet verkeerd.
Ik maak een feestmaal van het avondeten. Nog minder dan 100 mijl naar Utsira en dat moet gevierd worden. Gebakken aardappelen met rucolasalade en natuurlijk een verse makreel, voor Dennis een vacuüm verpakte hamburger. We doen de motor die vanaf vier uur weer meedoet, even uit om er met een glas wijn van te genieten.
De zon gaat weer prachtig onder en ruim 10 minuten later dan gisteren: om 22:40 uur.
Tijdens mijn avondwacht ben ik druk met het ontwijken van alle grote schepen. Ik ben omringd door grote jongens. Wat een uitkomst is dan het AIS waarop ik kan zien hoever ze van me vandaan blijven.
Middernacht hebben we nog 75 mijl te gaan.

Maandag 29 juni 2009 Van Schevingen naar Noorwegen_dag 3
Om 4 uur word ik door Dennis wakker gemaakt. We zeilen nog steeds heerlijk. Ook tijdens mijn wacht blijven de omstandigheden goed. We varen aan de wind met een knik in de schoot, gaan rond de zes knopen. We hebben het makkelijk zo. De hele nacht praktisch niets aan de zeilen gedaan. Helaas gaat de wind steeds meer afnemen en aan het eind van mijn wacht moet de motor aan. De zee wordt spiegelglad en de motor blijft de hele dag voor onze voortgang zorgen. Behalve dat ik door een wachtschip word aangeroepen op de marifoon om ons te informeren over een hele groep productieeilanden waar we ruim om heen moeten, gebeurt er weinig. Daarom zal ik eens beschrijven hoe onze dag er uit ziet als we de hele dag op zee zitten.
Voor mijn gevoel begint mijn dag om 4 uur 's ochtends. Tamelijk brak kom ik dan mijn bed uit en dat doe ik eigenlijk alleen omdat ik weet dat Dennis wil slapen en ik het ook fijn vind als hij op tijd op zijn wacht verschijnt. Ik kleed me aan en kijk vervolgens op de kaart waar we zitten en kijk buiten een rondje naar mogelijke schepen en booreilanden. Ik eet een boterham met hagelslag en vervolgens heb ik zitten sturen. Gisteren heb ik om half acht een beker melk met Brinta genomen. Om tien uur kwam ik toen rammelend van de honger mijn bed uit om brood te eten. Dit keer een stevig ontbijt: 2 boterhammen met kaas en een gekookt ei. Van half negen tot half twaalf pak ik deel 2 van mijn nachtrust. Vervolgens tijd voor de lunch: kop soep voor Dennis, ik twee boterhammen met salami. Het ritme is in de ochtend voornamelijk slapen, eten, slapen, eten.
Na de lunch doet Dennis een middagdutje. Ik ruim de boot op en lees in de pilot. Een happy half hour in de kuip, onder een laken tegen de zon, met pistache nootjes en een glas koude karnemelk (heerlijk zo'n koelkast). Vervolgens klop ik Dennis uit de voorkooi. We slapen nu voor de verandering in de voorpunt omdat we daar de motor minder horen. Tijd voor mijn middagdutje. Nog even lezen en gitaar spelen en dan is het alweer etenstijd. Ik kook kerrie kip met rijst maar dan met thuis gebraden riblappen die ik per portie in een diepvrieszakje in de koelkast heb gedaan. Het smaakt een stuk beter dan gisteren.
Meestal vind ik het onderweg zijn met de boot heerlijk. Maar nu ben ik het even zat. Ik heb alle kastjes
opengetrokken voor een blikje ananas. Uiteindelijk vind ik het 'onder de grond'. Het geluid van de motor vind ik opeens storend. Nog ruim twee dagen op zee ..... Ik spreek mezelf streng toe. Het had ook kunnen stormen of er kunnen dingen kapot gaan. Hoe had ik het dan gewild?
Om 21:00 uur gaat Dennis slapen en werk ik de afwas weg. Vervolgens vind ik dat ik maar eens wat moet gaan bewegen. Het belooft een prachtige zonsondergang te worden. Ik zet mijn iPod op, selecteer een discodreun: mix van Tiësto en sta discodansend in de kuip. De zon raakt om 22:29 uur de zee en is drie minuten later verdwenen. Ik dans nog even door. De beweging doet mij goed. Het leven is weer helemaal goed zo. Tot 23:00 uur is het licht genoeg om in de kuip te lezen. Kop thee met chocola en rol kaakjes er bij. Het leven is nog niet zo slecht ....
Ik doe het toplicht aan, vul de olielamp bij en vervolgens typ ik dit stukje op de laptop. Kookwekker op vijf minuten voor een rondje buiten kijken: alleen wat booreilanden en af en toe 'alt tab' om even op de elektronische kaart te kijken. En dan is het alweer 24:00 uur. De dag en mijn wacht zitten er op. Nog 182 mijl naar Utsira (eiland voor Noorse kust).

Zondag 28 juni 2009 Van Schevingen naar Noorwegen_dag 2
Om 4:00 uur  is het mijn beurt weer. Het lijkt er op dat de mist begint op te trekken. We varen tussen boorplatforms en ik moet straks ook het verkeersscheidingsstelsel oversteken. Opeens is het weer heel mistig en begin ik aan mijn cursus varen op de radar voor beginners. De range staat op drie mijl. Dus elke cirkel met mij als middelpunt is 1 mijl. Van elke grote stip, die ik zie, weet ik dus in welke richting ik hem moet zoeken en hoever het van mij vandaan is. Op de elektronische kaart vind ik de booreilanden terug. In het AIS zie ik de schepen met hun naam, koers, snelheid en afmetingen. Erg handig. Het lukt mij om elke stip op de radar te identificeren en dat geeft het gevoel dat ik alles onder controle heb. Ik besef nog niet dat mijn koers pal noord het vertalen van het radarbeeld naar de elektronische kaart wel erg eenvoudig maakt.
Het wordt tijd om het verkeersscheidingsstelsel over te steken. De autoriteiten eisen dat je dat zo snel mogelijk doet, dus met een loodrechte hoek. Links van me op de radar twee grote schepen, rechts een booreiland. Ik verleg de koers 90 graden naar bakboord, stuurautomaat weer even instellen. Binnen op de radar schrik ik me rot van de twee grote stippen recht voor me. Als ik besef dat de radar altijd recht vooruit kijkt, weet ik dat dit de twee grote schepen zijn. Even een kruisje er op zetten en ik zie dat ze voor mij langs gaan. Op AIS zie ik dat alle grote schepen hun snelheid aan het zicht hebben aangepast. Ze gaan allemaal rond de vier tot vijf knopen. De cursus varen op de radar voor licht gevorderden is begonnen. Op de kaart is het noorden nog steeds boven. Op de radar is nu het westen boven. Het lukt zowaar ook nu om alle stippen te identificeren. Ik ben daar zo druk mee als tien baasjes en de tijd vliegt. Voor ik het weet is het acht uur en mag Dennis het zoekplaatje van mij overnemen. Halverwege de ochtend trekt de mist helemaal weg en kunnen we heerlijk zeilen.
's Avonds kook ik boontjes voor twee bouwvakkers. Maar de aantrekkende wind zorgt dat we eten als twee bejaarden.
Middernacht. nog 297 mijl te gaan.

Zaterdag 27 juni 2009 Van Schevingen naar Noorwegen_dag 1
Met onze vouwfietsen crossen we naar André voor een bakje koffie en om de laatste weerberichten binnen te halen. Ziet er goed uit: oostelijk windje niet al te hard. Buiten ziet het er niet goed uit. Normaal heeft André een prachtig uitzicht op de havenhoofden en de zee. Nu zien we alleen een grijze mist.Toevallig komt Erik ook nog even langs en zo lijkt het wel een reünie van de kolibrivereniging.
De rest van de dag zijn we bezig met alle reddingsmiddelen te plaatsen. Om 19:00 uur luisteren we naar het weerbericht van de Nederlandse kustwacht. De wind veranderlijk 1 tot 3. Zicht matig tot slecht. Kans op onweersbuien met hagel.Ik vraag me af waarom we überhaupt nog naar het weerbericht luisteren, want we nemen het voor kennisgeving aan en gaan.
Ik meld ons vertrek via de marifoon bij Verkeerscentrale Scheveningen. De centrale vraagt naar de bestemming van de Bodyguard. "Noorwegen of IJmuiden," antwoord ik. Ik hoor het mezelf zeggen. NOORWEGEN dat klinkt wel stoer. Even later meldt een visserschip zich, dat naar binnen wil. Of er nog bijzonderheden zijn? "Alleen een uitvarend jachtje," meldt de centrale. JachtJE???
Buiten waait het en is het behoorlijk mistig maar met radar en AIS (automatic identification system) is het goed te doen. Elke tien minuten poets ik binnen even mijn bril en check ik de radar. Geen schip te zien. Om 24:00 uur mag Dennis de wacht overnemen en  duik ik het bed in.


Vrijdag 26 juni 2009 Van Dordrecht naar Scheveningen
De laatste verse spullen op de markt gehaald. De preien en wortelen steken vrolijk uit de grote mand op mijn vouwfiets. Om 13:16 uur gaan we onder de spoorbrug door. Een Noor vaart tegelijk met ons onder de brug door de andere kant op. "Rare bezigheid, dat zeilen," zeggen wij tegen elkaar. Heerlijk in het zonnetje met stroom mee tuffen we naar Hoek van Holland. Hier gaat het zeil omhoog en kruisen we in 2 slagen naar Scheveningen. Onderweg genieten we van de ovenschotel die mijn moeder voor ons gemaakt heeft. Heerlijk, ma! Om 20:00 uur zijn we in Scheveningen. We worden achtervolgd door een andere Forna "Saartje" waar we aan boord worden uitgenodigd. Ook onze vriend André uit Scheveningen komt gezellig een glaasje wijn drinken.

26-06-2009 Scheveningen (Dennis)
Geheel volgens plan om 12:45 vertrokken vanuit de haven in Dordrecht voor de brugopening van 13:15. Tot Hoek van Holland op de motor: 6 knopen door het water en 7,5 tot 8 over de grond. Stroom mee dus en een behoorlijke hoeveelheid. Rond 17:00 bij 'de paddenstoelen' de zeilen gehesen en Scheveningen zwaar overzeilt, ik moet nog steeds wennen aan de kleine overstaghoek. Het onthaasten moet nu in Scheveningen gaan beginnen! Geen bruggen en sluizen meer, enkel open water voor de komende vier weken! Op naar Noorwegen...